WONEN IN ITALIË – Onder elkaar
In geen jaren hebben we hier zo'n mooie herfst gehad. Bijna alle dagen zijn zonnig.
's Morgens en 's avonds is het koud maar altijd nog boven de nul graden. Later op de dag is het gewoon zacht buiten.
Zeker op de piazza waar de zon ons met volle kracht verwarmt als we er 's morgens koffie drinken. Als de zon weg is, en dat is al vanaf een uur of vier/vijf, gaan overal de houtkachels aan en vind ik het altijd reuze knus in mijn huis.
Op de weg is het stil. Je komt er vooral tractoren en andere landbouwvoertuigen tegen. De boeren zijn druk bezig met het bewerken van hun land voor de volgende lente. Ze hopen van harte dat het deze winter gaat sneeuwen want de grond is kurkdroog.
In de bar zijn we ook onder elkaar. Afgelopen maandag dronken we een borrel op Elisa's verjaardag. De bar is binnen klein maar intiem. We zaten met een stuk of zeven vrienden van Elisa bij elkaar.
Één van hen was Andrew, de Brit die hier regelmatig opduikt. Hij heeft met zijn gezin een (tweede) huis in hartje dorp. Maar omdat hij voor zijn werk de hele wereld rondreist, strijkt hij hier regelmatig een weekje alleen neer, om even bij te komen.
Andrew gaat bijna alleen om met de dorpsbewoners. Hij gaat liever niet met de andere buitenlanders om. Hij wil namelijk zo snel mogelijk goed Italiaans leren. "Christina hoe lang heb jij erover gedaan om Italiaans te leren?"
Ik antwoord hem dat daar geen tijd voor staat. Maar dat, als je veel met de Italianen verkeert en veel Italiaans leest, je de taal op een steeds beter niveau leert spreken.
Hij heeft in Manchester wekelijks Italiaanse les van een Italiaanse, vertelt hij. Vervolgens verhaalt hij, steeds in het Italiaans, over afgelopen zondag, toen hij samen met Valeriano, naar de antiekmarkt in Turijn is geweest.
Ook somt hij nauwkeurig op, steeds in het Italiaans, wat hij daar heeft gekocht. Hij is de eerste Brit die ik ken die zijn best doet de taal van de bevolking hier te leren. Hij is dan ook buitengewoon geliefd.
De laatste weken heb ik het erg druk. Het is m'n eigen schuld, ik haal te veel aan. Eén van de activiteiten die ik behoorlijk belastend begin te vinden, is het koor. Iedere dinsdagavond naar San Michele, drie kwartier rijden, ik zie er vaak tegenop.
Bovendien zijn we onze leuke en zeer begaafde dirigent kwijt. Er is een knetterende ruzie uitgebroken tussen de koorleiding en hem. Na op een avond tien minuten lang zijn grieven te hebben gespuit, pakte hij zijn jas en was verdwenen.
Nu leidt één van de sopranen ons koor. Volgende week hebben we een concert in de kerk van San Michele en moeten we zelf de maaltijd na afloop verzorgen. Voor ons en voor een gastkoor.
Aan mij is de eervolle taak toebedeeld voor die avond een stuk of zestig gevulde paprika's te maken als antipasto. Mag ik dan af en toe eens denken: waar ben ik aan begonnen...?


Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.

